CORE Weekly Gathering: Antoine LECLÈRE (FNRS/ULiège) (VUB: B 4.08, 5 DEC 2023)

  

(image: Place du Marché in Liège, 1738; source: Wikimedia Commons)

Our voluntary associate drs. Antoine Leclère (aspirant FNRS/ULiège) will present his ongoing work on constitutional law in the French Revolutionary Era in the Austrian Low Countries and Liège.

French abstract

Le droit de la principauté ecclésiastique de Liège intéresse autant qu’il intrigue. Dès l’Ancien régime, sa complexité rendit les tentatives de codification officielle impossible. Cette situation innerva les inquiétudes révolutionnaires qui, dès 1789, se portèrent sur la nécessité de mettre de l’ordre dans le vaste ensemble institutionnel et juridique de la principauté. Mes recherches doctorales s’axent sur l’aspect constitutionnel des entreprises légales de la Révolution liégeoise prise dans l’ensemble européen. Il s’agit de déterminer si les révolutionnaires ont substantiellement contribué à la mise en place de principes juridiques innovants sur le territoire liégeois ou, au contraire, s’ils se sont limités à des modifications superficielles. Surtout, cette recherche vise à éclairer les influences qu’ont exercé les pays voisins, à l’instar des Pays-Bas, dans le projet constitutionnel liégeois. Cette optique reste peu exploitée par la recherche en histoire liégeoise. De même, l’histoire de la Révolution n’a plus fait l’objet d’un intérêt majeur depuis le bicentenaire de celle-ci en 1989. Encore aujourd’hui, les travaux renvoient aux grandes synthèses du XIXe siècle, comme celle d’Adolphe Borgnet (1865), dont le style est dépassé. Ma communication a donc pour objectif de présenter les objectifs de ma recherche et d’introduire les spécificités du système institutionnel liégeois. Pour ce faire, je me concentrerai sur l’affaire dite de la « taxe noble » qui opposa les trois états de la principauté au prince et constitua l’un des piliers de la Révolution de 1789. Cette affaire, comme le déplorait George Hansotte (1922-1995), n’a pas encore fait l’objet d’une étude approfondie qui serait pourtant enrichissante pour comprendre les causes de la Révolution mais aussi les enchevêtrements juridiques et institutionnels de l’État liégeois. Simultanément portée devant les tribunaux de la principauté et ceux de l’empire, l’affaire s’étala de 1780 à 1789 sans jamais trouver de solution satisfaisante pour aucune des parties.

English abstract:

The law of the ecclesiastical principality of Liège is of interest as much as it intrigues. Since the Old Regime, its complexity made attempts at official codification impossible. This situation internalised the revolutionary concerns which, as early as 1789, focused on the need to put in order the vast institutional and legal ensemble of the principality. My doctoral research focuses on the constitutional aspect of the legal companies of the Liège Revolution as a whole. It is a question of whether the revolutionaries have contributed substantially to the establishment of innovative legal principles on the territory of Liège or, on the contrary, whether they have limited themselves to superficial changes. Above all, this research aims to shed light on the influences exerted by neighbouring countries, as the Netherlands (the Dutch Republic/the Batavian Republic), in the constitutional project of Liège. This approach remains little exploited by research in Liège history. Similarly, the history of the Revolution has not been the subject of any major interest since the bicentenary of the Revolution in 1989. Even today, the works refer to the great syntheses of the 19th century, such as that of Adolphe Borgnet (1865), whose style is outdated. My communication therefore aims to present the objectives of my research and to introduce the specificities of the institutional system of Liège. To do this, I will focus on the so-called case of the “noble tax” which pitted the three states of the principality against the prince and constituted one of the pillars of the Revolution of 1789. This case, as George Hansotte (1922-1995) deplored, has not yet been the subject of an in-depth study which would be enriching to understand the causes of the Revolution but also the legal and institutional entanglements of the Liège state. Simultaneously brought before the courts of the principality and those of the empire, the case ranged from 1780 to 1789 without ever finding a satisfactory solution for any of the parties.

Dutch abstract:

Het recht van het kerkelijk vorstendom Luik is tegelijk boeiend en intrigerend. Sinds het Ancien Régime maakte de complexiteit pogingen tot officiële codificatie doen stranden. Deze situatie verklaart waarom de Luikse revolutionairen van 1789 hierin orde wensten te scheppen. Mijn doctoraatsonderzoek richt zich op het constitutionele aspect van de juridische bedrijven van de Luikse Revolutie als geheel. De vraag staat centraal of de revolutionairen een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan de invoering en toepassing van vernieuwende juridische principes op het grondgebied van Luik, of integendeel, of zij zich tot oppervlakkige veranderingen hebben beperkt. Dit onderzoek is vooral bedoeld om licht te werpen op de invloeden van buurlanden, zoals de Noordelijke Nederlanden (Republiek der Verenigde Provinciën, Bataafse Republiek), op het constitutionele project van Luik. Deze voordelen van de vergelijkende grondwettelijke rechtsgeschiedenis worden onderbenut door het Luiks rechtshistorisch onderzoek. Evenzo is de geschiedenis van de revolutie niet het onderwerp van groot belang geweest sinds het tweehonderdjarig bestaan van de revolutie in 1989. Zelfs vandaag de dag verwijzen de werken naar de grote syntheses van de 19e eeuw, zoals die van Adolphe Borgnet (1865), waarvan de stijl verouderd is. Mijn presentatie beoogt daarom de doelstellingen van mijn onderzoek te presenteren en de specifieke kenmerken van het institutionele stelsel van Luik te introduceren. Om dit te doen, zal ik me richten op het zogenaamde geval van de „adellijke belasting”, een dossier waarbij de drie standen van het vorstendom tegen de vorst stonden. Deze kwestie vormde een van de pijlers van de revolutie van 1789. Deze zaak, zoals George Hansotte (1922-1995) betreurde, is nog niet het voorwerp geweest van een diepgaande studie. Niet enkel de Luikse revolutie, maar ook de juridische en institutionele verstrengelingen van de Luikse staat zouden op die manier beter kunnen worden begrepen. De zaak werd aanhangig gemaakt voor de rechtbanken van het vorstendom én het Heilig Roomse Rijk. Ze sleepte aan van 1780 tot 1789, maar kreeg nooit een bevredigende oplossing.

Place and time:


Tuesday 5 December, 12:30-14:00
Room: B 4.08
Physical and on Teams.


RSVP with rodrick dot van dot der dot smissen at vub dot be.

Comments

Popular posts from this blog

CALL FOR PAPERS/APPEL A CONTRIBUTIONS: The Worlds of Pre-Modern Neutrality (ca. 1400-1800): Norms, Institutions and Practices (Antwerp: Conscience Heritage Library, 8-9 MAY 2025); DEADLINE 1 OCT 2024

SEMINAR: Michele SPANÒ (EHESS, Paris) on "Re-reading Pasukanis" [CORE Seminar in Legal Theory] (Brussels: VUB, 4 APR, 12:00) [HYBRID]